Werkadvocaten

Regeling Vervroegd Uittreden gewijzigd

28-02-2021 Meer mogelijkheden om eerder te stoppen met werken

RVU is de afkorting voor de Regeling Vervroegd Uittreden. Vanaf 2005 bestaat er een fiscale boete op het treffen van een regeling vervroegd uittreden (RVU) met een oudere medewerker. De bedoeling hiervan was het eerder met pensioen gaan te ontmoedigen, zodat werknemers langer door zouden werken. De fiscale boete bedraagt 52% op het door de werkgever betaalde vergoedingsbedrag.  Er is alleen sprake van een RVU indien er sprake is van een ontslag met als doel oudere werknemers te ontslaan, bijvoorbeeld bij een ouderenregeling of bij een vrijwillige vertrekregeling speciaal voor ouderen. Er is geen sprake van een RVU wanneer een oudere werknemer wordt ontslagen en er een redelijke grond voor ontslag aanwezig is zoals bij een verval van functie, disfunctioneren of een verstoorde arbeidsverhouding.

RVU

Vanaf januari 2021 is de  Wet bedrag ineens, RVU en verlofsparen in werking getreden. Bij het sluiten van het pensioenakkoord in 2019 was dit vooral bedoeld voor oudere werknemers met een zwaar beroep. Het al dan niet hebben van een zwaar beroep is overigens geen voorwaarde. Het is aan de werknemers zelf of zij mee willen meewerken aan een vervroegde uitdiensttreding.

De nieuwe wet geldt in eerste instantie voor een periode van 5 jaar. Het is nu mogelijk om medewerkers in de 3 jaar voorafgaand aan de AOW-gerechtigde leeftijd afspraken te maken over het eerder stoppen met werken. Er geldt geen RVU-boete  voor een vergoeding ter hoogte van het bedrag dat gelijk is aan de netto AOW-uitkering (EUR 1.767 bruto in 2020). Dit bedrag volgt de hoogte van de AOW-uitkering. Werknemer moet dit bedrag dan zelf aanvullen. Indien werkgever meer betaalt is de RVU-boete wel van toepassing.